Samen met collega cultuurschepen van Heuvelland Bart Vanacker bracht ik een bezoek aan de Lijstermolen: een mooi stukje Beernems erfgoed op de Rodeberg.
Een molen op de Lijsterhoek
Jawel, de Lijstermolen…onze Beernemse Lijstermolen die tot precies 65 jaar geleden (1957) in de Lijsterhoek te vinden was. Van ons Beernems molenpatrimonium rest ons alleen nog deze molen. Die staat echter niet meer in onze gemeente maar is nu een toeristische attractie in Westouter!
De Lijstermolen werd in 1801 op de Lijsterhoek gebouwd door Augustijn Vanhaecke. August(ijn) was molenaar-pachter van de Walmolen (een andere Beernemse molen die volledig verdwenen is), maar moest daar verhuizen wegens een stroperskwestie. Hij had immers in het jachtgoed van zijn heer een haas gevangen…
Hij besloot dan maar om zelf een molen te bouwen. De bouwwerken gebeurden door molenbouwers uit de streek: Hoste uit Moerkerke, Adams uit Kruishoutem en Caem uit Deinze. Het verhaal wil dat in 1803 de werken een dag werden stilgelegd om in Brugge de terechtstelling van Bakelandt te kunnen bijwonen.
De molen werkte voor het eerst in 1805. In 1948 werd voor het laatst gemalen. Al die tijd bleef de molen binnen de molenaarsfamilie Vanhaecke (o.a. Emiel, Gustaaf, en als laatste Armand).
Van Beernem naar Westouter
Aanvankelijk zou deze houten staakmolen, die na 1948 begon af te takelen, gewoon afgebroken worden. Maar gelukkig toonde de gemeente Westouter belangstelling. Na een oproep van het ‘Provinciaal Comité voor Monumenten en Landschappen van West-Vlaanderen’ in 1955 toonde toenmalig burgemeester Hardeman van Westouter belangstelling en in 1957 kocht Westouter de molen. In dat jaar (1957) werd de molen in Beernem afgebroken, en vervolgens werd die in Westouter weer opgebouwd op de Rodeberg.
Voor het vakkundig demonteren van de windmolen in 1957 werd beroep gedaan op de molenbouwers Henri Lejeune uit West-Vleteren en Omer Vandenbussche uit Ruiselede. Samen met Maurits Gesquière stonden zij ook in voor de heropbouw van de molen op vier nieuw gemetselde teerlingen. De oude balken, waaronder sommige met inscripties, werden zoveel mogelijk gerecupereerd. De ingebeitelde data en namen van molenaars zijn: ‘Vervenne 1871’ / ‘Emiel De Clercq 1917’ / ‘A. Van Haecke’ / ‘Emiel Van Haecke 1889’.
In 1961 werd de Beernemse Lijstermolen daar ingehuldigd.
In de volksmond sprak men in Beernem vroeger ook soms van ‘De Hazemolen’. Op de molen staat immers een ‘haas’ als windwijzer (in plaats van de gebruikelijke haan). De haas als windwijzer herinnert aan de stroperij van de vroegere molenaar, en is nu ook een knipoog naar de ‘berghazen’, de bijnaam van de bewoners van de Rodeberg.
Broodnodige restauratie
Behalve tijdens de inhuldiging in 1961, draaide de molen niet meer en was dus een toeristische attractie, mooi gelegen vlak naast het eindpunt van de gekende zetelliftjes. In 2004 werd de Lijstermolen beschermd als monument. Vervolgens probeerde de gemeente de nodige subsidies te vinden voor een degelijke restauratie. Na een dossier van lange adem werd de voorbije jaren uiteindelijk een ‘maalvaardige’ restauratie uitgevoerd. Sinds eind 2021 kan de molen opnieuw draaien!
Dit mooi gerestaureerde stukje Beernems erfgoed beroert ook de inwoners van Heuvelland, want een vijftiental geïnteresseerden volgt momenteel een opleiding tot molenaar. Met deze knowhow zou de molen dan ook effectief weer in gebruik kunnen genomen worden en zou men er meel kunnen vervaardigen.
Ook schepen Bart Vanacker -zelf een kleinzoon van een molenaar- mag zich binnenkort gebrevetteerd molenaar noemen. Zijn deskundige rondleiding was in elk geval heel interessant!
Comments